In haar ruim 22-jarige bestaanshistorie heeft REASeuro vele malen werk mogen verrichten op locaties met een significant belang in de (internationale) oorlogshistorie. In onze eerste longread hebben we aan de hand van Hotel Dreyeroord de Slag om Arnhem behandeld, en hoe de werkzaamheden van REASeuro aldaar geschiedenis tastbaar maakt. Onze tweede longread vormt het 1ste deel van een drieluik rondom de Slag om de Schelde. Omdat deze gebeurtenis in de maanden oktober en november plaats vond, nemen we u in een aantal bijdragen real-time mee in belangrijke sleutelmomenten, die ook nu nog hun weerslag hebben op bodem en bodemveiligheid.
In onze vorige longread werd reeds kort vermeld dat een groot probleem voor het geallieerde leger de lange aanvoerroutes waren, na de onstuimige opmars vanuit Normandië. Al het benodigde materiaal diende via de twee kunstmatige havens (Mulberryhavens) in Normandië, en later ook via de haven van Cherbourg, per vrachtwagen aangevoerd te worden naar de verschillende sectoren in het West-Europese strijdtoneel.
Vanaf begin september 1944 wisten de geallieerde legers vrij vlot op te rukken door België, waardoor niet alleen de Nederlandse grens, maar vooral de Belgische havenstad Antwerpen in het vizier kwamen. De bevrijding van Antwerpen en haar haven zou het logistieke probleem van de geallieerden kunnen oplossen. Op 4 september 1944 wist het 2e Britse Leger Antwerpen te bevrijden, waarbij grootschalige oorlogsschade de stad gespaard bleef. Echter, na de bevrijding volgde voor Antwerpen toch een periode van vernieling. Reeds in oktober werd vanaf Duitse zijde gestart met het lanceren van Vergeltungswaffen (of, V-Wapens) in de richting van Antwerpen. Honderden van deze wapens kwamen neer op Antwerpen en omgeving, met als doel het buiten werking stellen van het havengebied.
Naast de inzet van V-Wapens werden Duitse grondtroepen ingezet om de haven van Antwerpen buiten werking te stellen en houden. De grondtroepen dienden koste wat kost de gebieden rond de Scheldemonding in handen te houden. Deze Duitse toewijding leidde ertoe dat grootschalige gevechten noodzakelijk waren om de omgeving van de Schelde te bevrijden. De bevrijding van de omgeving van de Schelde vond plaats in verschillende (deel)operaties. In de komende weken nemen wij u mee in deze operaties:
- De aanval vanuit Antwerpen in de richting van Bergen op Zoom en vervolgens het doorstoten naar het Hollands Diep (Opmars naar Kreekrakdam en Operation Suitcase), 2 oktober – 4 november 1944.
- De gecombineerde aanval over het Leopoldkanaal en de oversteek van het Leopold kanaal en de oversteek over de Braakman vanuit Terneuzen (Operation Switchback), 6 oktober – 3 november 1944.
- De aanval van over de Kreekrakdam richting Zuid-Beveland (Operation Vitality I) en de amfibische landing van geallieerde troepen te Zuid-Beveland (Operation Vitality II), vervolgd door de aanval op Walcheren, bestaande uit de amfibische landing van geallieerde troepen te Vlissingen (Operation Infatuate I) en de aanval op West-Kapellen (Operation Infatuate II), 22 oktober – 8 november 1944.
De opmars naar de Kreekrakdam en Operation Suitcase
Na het mislukken van Operation Market Garden (25 september 1944) en het veiligstellen van een corridor, konden troepen vrijgemaakt worden om de Schelde veilig te stellen. De 2e Canadese Infanteriedivisie rukt op 2 oktober 1944 vanuit Antwerpen op naar het noorden, met als doel de verovering van Bergen op Zoom en het afsluiten van de Kreekrakdam (de landbrug tussen Noord-Brabant en Zuid-Beveland) veilig te stellen. Reeds op 6 oktober wisten de Canadese troepen Ossendrecht, een stad enkele kilometers ten noorden van de Nederlands-Belgische grens, te veroveren. Bij de verdere opmars stuitten de Canadese troepen echter op stevige weerstand van Duitse troepen behorende tot Kampfgruppe Chill. Ditwas een ad-hoc samengestelde gevechtseenheid, onder leiding van Generaal Kurt Chill en werd op 6 oktober 1944 in de omgeving van Bergen op Zoom, Woensdrecht en Ossendrecht ingezet om de geallieerde opmars te verhinderen. Dit deden zij met groot succes: niet alleen waren de Chill’s troepen reeds ervaren in de oorlogsvoering, ook konden zij de omgeving in hun voordeel gebruiken. Zo werden verdedigingslinies veelal ingericht in beboste gebieden of op hoger gelegen (spoor)dijken.
Ondanks de door Duitse troepen geboden weerstand wist de Canadese Infanteriedivisie geleidelijk aan terrein te winnen in de richting van de Kreekrakdam. Hierbij speelde de mogelijkheid tot inzetten van gerichte artillerie (van draagbare 2 inch mortier tot 5.5 inch houwitser) een grote rol. Op 7 oktober waren Canadese troepen reeds in staat Hoogerheide bevrijden en met deze uitvalsbasis in handen waren de geallieerden nog maar enkele kilometers verwijderd van de Kreekrakdam. Aanvullende Duitse troepen diende te worden aangevoerd om tegenaanvallen op de Canadese posities uit te voeren. Hiervoor werden Fallshirmjägers (parachutisten), aangevuld met Sturmgeschützen (gemechaniseerd geschut dat granaten van 7,5 cm verschoot) onder leiding van Von der Heydte ingezet. Von der Heydte leidde op 8 oktober een tegenaanval op Hoogerheide, waar enkele dagen lang verbeten man-tegen-mangevechten werden gevoerd in de straten het dorp.
Soortgelijke gevechten vonden ook plaats op andere delen van de Canadese linie. Op 12 oktober 1944 werd een aanval gestart ten zuiden van Huijbergen. Het plan was om in westelijke richting, naar de Putseweg, door te stoten. Op deze manier werden de Canadese troepen te Hoogerheide afgesloten van hun divisie.
Natuurherstel in bevochten gebied
Wie hedendaags door het natuurgebied de Ossendrechtse Duinen wandelt, kan zich haast niet voorstellen dat dit stiltegebied zo’n onstuimig verleden heeft. Het was binnen dit gebied dat een felle Duitse tegenaanval werd afgeslagen door de Canadese troepen. Voor de tegenaanval werden Duitse infanteristen en mechanisch geschut ingezet. De tegenaanval resulteerde in gevechten in de bossen van Groote Meer, waar tot tweemaal toe de Duitse soldaten de Canadese linies wisten te infiltreren tot aan de Putseweg. In de daaropvolgende dagen golfde de strijd heen en weer maar door de inzet van geallieerde artillerie doofde de Duitse aanval op 14 oktober 1944 langzaam uit.
In de nacht van 14 op 15 oktober 1944 vinden zware artilleriebeschieting plaats op de Duitse posities bij het Groote Meer. Troepen van het Canadese South Saskatchewan Regiment meldden in hun War Diary dat een ‘Uncle Target’ werd uitgeroepen nabij hun eigen positie. Een ‘Uncle Target’ is een doelwit dat door alle vuurmonden van de divisie beschoten diende te worden. Vijf artillerieregimenten, beantwoordden de oproep, met een ongekende barrage van granaten als gevolg.
Natuurmonumenten heeft sinds 2016 grote stappen gezet om de verdroging van het vengebied tegen te gaan om flora en fauna daar weer een kans te geven. Hiervoor diende echter grote delen van de Ossendrechtse Duinen gemaaid, gechoppered en geplagd te worden. Het natuurgebied was sinds de Tweede Wereldoorlog door mensen ongeroerd gebleven. Vanwege het plaatsvinden van grondroerende werkzaamheden heeft REASeuro in de periode 2016-2017 en in 2020 assistentie verleend op het gebied van NGE (Niet Gesprongen Explosieven). REASeuro voerden in verschillende delen van de Ossendrechtse Duinen vooronderonderzoek uit. Hieruit kwamen onder andere de bovengenoemde oorlogshandelingen naar voren. Er werd derhalve geadviseerd om opsporing van de mogelijk achtergebleven NGE te laten uitvoeren.
Detectie heeft ter plaatse van de Ossendrechtse Duinen (waar mogelijk) plaatsgevonden met behulp van een meersondig detectiesysteem, voortgetrokken door een hiervoor geschikt voertuig. Door middel van de sonden worden de afwijkingen in het aardmagnetisch veld gemeten. Waar detectie met een meersondig detectiesysteem niet mogelijk was vanwege overhangende takken, achtergebleven stammen en delen die te nat waren om te berijden, is detectie met een hand gedragen magnetometer uitgevoerd. Doormiddel van een datalogger zijn detectieresultaten opgeslagen en op een later tijdstip geïnterpreteerd (dit wordt non-realtime detectie genoemd). De significante verstoringen zijn vervolgens gelokaliseerd, benaderd en geïdentificeerd. Wanneer werd vastgesteld dat een munitieartikel was aangetroffen werd het munitieartikel tijdelijk veiliggesteld en uiteindelijk overgedragen aan de EOD.
Meer dan 300 munitieartikelen konden op deze manier worden verwijderd uit Kleine- en Groote Meer. De geruimde munitie bestond uit een grote hoeveelheid staartstukken van mortiergranaten en ontstekingsinrichtingen, tevens werden diverse blindgangers van geschutmunitie geruimd en zelfs een (relatief) intact machinegeweer geruimd. De door REASeuro aangetroffen munitieartikelen vormen aanvullend bewijs van de intensiteit van de oorlogshandelingen ter plaatse van de Ossendrechtse Duinen en duiden op grondgevechten en artilleriebeschietingen. Na het verwijderen van de munitieartikelen kon gestart worden met het kappen, maaien, chopperen en plaggen dat noodzakelijk was om het natuurgebied terug te brengen in haar originele staat. Een bijkomend positief effect van het ruimen van de munitie is dat de giftige explosieve stoffen uit de bodem verwijderd zijn, waardoor geen verdere bodemverontreiniging plaats zal vinden. Het verwijderen van de munitie levert derhalve ook een verbetering van de omstandigheden voor flora en fauna binnen de Ossendrechtse Duinen.
Terug naar de Schelde
De Canadese frontlinie werd tot 24 oktober 1944 belaagd met tegenaanvallen. Na zware gevechten weten de Canadese troepen echter Huijbergen en Woensdrecht te bevrijden, waarna op 27 oktober 1944 een doorbraak naar Bergen op Zoom werd gemaakt. In de dagen die volgde trokken geallieerde eenheden op richting het Hollands Diep. Hiermee werden de Duitse troepen geïsoleerd op Zuid-Beveland en Walcheren. De Duitse troepen beschikte echter nog over een sterke defensieve positie aan de landbrug tussen Noord-Brabant en Zuid-Beveland. Eerdere pogingen om deze landbrug in geallieerde handen te krijgen waren allen geëindigd in een bloedbad, en daarom kwam vrijdag 13 oktober 1944 onder de Canadezen bekend te staan als Black Friday vanwege het groot aantal slachtoffers dat was gevallen bij het bestormen van de hoger gelegen Duitse positie. Nu de Duitse troepen afgesloten waren van versterkingen van het vasteland, was het slechts een kwestie van tijd (gecombineerd met de grootschalige inzet van artillerie) voor de Duitse positie aan de landbrug werd opgegeven.
Het veroveren van deze landbrug (Operation Vitality I) en de andere operaties die hebben geleid tot het bevrijden van de omgeving van de Schelde zullen we in de komende twee Longreads verder uitwerken, aan de hand van werkzaamheden die REASeuro heeft uitgevoerd op de betreffende locaties. Zo wordt geschiedenis tastbaar, en komt ons werk op weg naar veiligheid dichtbij!
Geïnteresseerd in onze expertise en aanpak?
Laat hier uw gegevens achter. We nemen spoedig contact met u op.
Of bel ons via +31 (0)13 518 60 76.